Kweektips
Varens zaaien en kweken heeft iets meer voeten in de aarde dan bij de bloemplanten: een zaadje in de grond, ’wat’ vocht, ’wat’ warmte en ’wat’ licht... en de volgende generatie komt er ’met wat geduld’ al aan...
Bij varens zijn er geen zaden en moeten we het doen met de uiterst kleine sporen, die als we niet uitkijken onder onze ogen met een zucht van de wind of tocht zijn verdwenen. En willen we ze met succes tot groei laten komen, dan zijn een aantal zorgvuldige handgrepen en ’natuurlijk ook hier...’ geduld noodzakelijk. Het grootste gevaar bij het ’zaaien’ van sporen is het vinden van de goede vochtigheid én het voorkomen van schimmel en ongewenste mos-culturen in de zaaibak.
Met de onderstaande tips komt u zeker een heel stuk verder...
Mocht u toch problemen ondervinden met het zaaien en kweken van varens, schroom dan niet contact op te nemen met de vereniging om uw probleem voor te leggen. Waarschijnlijk kunnen we u dan verder op weg helpen. Lees eerst Sporen verzamelen en Varens zaaien en opkweken.
Tien tips voor het zaaien en kweken van varens uit sporen:
- Een varenblad eerst een week drogen tussen, bij voorkeur, wit papier tot de sporen hebben losgelaten.
- Het medium (potgrond of eigen mengsel) steriel maken door verhitting (in magnetron of oven).
- Daarna de sporen zaaien, door voorzichtig tegen de onderkant van het papier te tikken en daardoor de
sporen te verdelen over het medium. - De zaaibak goed afsluiten tegen insecten en schimmels.
- De zaaibak op een licht beschaduwde plaats zetten met een gemiddelde temperatuur van rond de
20 graden Celsius. - Wachten tot de bodem bedekt is met een groene waas van prothallia (kiemblaadjes).
- Als deze blaadjes een doorsnede hebben bereikt van ongeveer een halve centimeter dan besproeien met 'steriel' water.
- Het ’voorbehandelde’ of ’steriel’ water is een oplossing van Bocasan (mondwater) en kraanwater in de verhouding 1 zakje op 1 liter water.
- Als de kiemblaadjes ongeveer 2 centimeter groot zijn dan afharden (afharden is het langzaam gewennen
van planten, die onder glas gekweekt zijn, aan buitencondities). De kweekbak mag elke dag iets verder open staan. - Als de jonge plantjes 4 centimeter hoog zijn, kunnen ze verspeend worden (verspenen is het op ruimere onderlinge afstand uitplanten van de zaailingen).